Over een onsamenhangend bont geheel
Al lange tijd wilde ik graag ‘weg’ gaan. Fysiek weggaan, maar ook mentaal en emotioneel. Voor eventjes verdwijnen uit m’n leven, om mezelf weer terug te vinden. Iets moet immers eerst verdwijnen, voordat het weer gevonden kan worden.
Nu zit ik in Istanbul en vraag mezelf af wat ik hier doe, of ik niet gewoon beter thuis had kunnen blijven. Maar ik weet dat dit een bewuste keuze was. Een keuze die voortkomt uit de behoefte om te zitten met mijn eigen discomfort, deze te omarmen en weer achter me te laten. Als een omgekeerde souvenir.
En ‘thuis’, wat is dat eigenlijk? Reizen naar Turkije is voor mij altijd zowel een fysieke, als figuurlijke reis. Een reis naar een herinnering van een thuis dat nooit echt mijn thuis is geweest. Een plek die ik ken van zomervakanties en van verhalen. Van geuren, geluiden en smaken. Het is een plek waar ik me vooral soort van thuis voel, maar het gevoel dat ik er niet thuishoor overheerst altijd. Een plek waar mensen me in zowel in het Turks, als in het Engels aanspreken. Wat dat betreft weinig verschil met Nederland, behalve dat het daar om Nederlands en Engels gaat.
‘Ik kom uit Amsterdam’ vertelde ik iemand, met een twijfel in m’n stem die ik niet herkende. Want als er iets is dat ik zeker weet, is dat ik een Amsterdammer ben. ‘Of nou ja, ik ben Turks. Maar ook weer niet? Het is ingewikkeld’, voegde ik maar vlugjes toe. ’Ik snap het’, antwoordde hij. Geen idee of hij dat ook echt deed. Ik begreep mezelf namelijk ook niet eens, maar misschien zat juist daar de herkenbaarheid.
De eerste ochtend werd ik heel vroeg gewekt door de verschillende imams die de oproep tot het gebed deden. Ik luisterde deze geduldig af en sliep weer door. Na dat moment zet je direct, als braaf kind van de diaspora, een knopje om en hoor je het de volgende ochtend niet meer. Maar de volgende ochtend was het zondag en hoorde ik de klokken van de kerk om de hoek luiden. Hartverwarmend vond ik het, en hoe mooi het is wanneer verschillende geloven naast elkaar aanwezig zijn. Zonder frictie en hoe bijzonder dat is. Even later, tijdens mijn wandeling, liep ik langs een synagoge, en werd dit gevoel verder versterkt. Istanbul, een thuis voor miljoenen mensen, die langs en met elkaar leven.
Uiteraard is dit een utopische, lichtelijk naïeve blik. Het klopt dat mensen van verschillende afkomsten en geloven in Istanbul, en in Turkije, dicht op elkaar leven en elkaar tolereren. Dit is al eeuwen zo. Maar ik zal nooit de polarisatie en de segregatie in het land ontkennen. Maar toch, brengt dit allemaal mij wel weer een stapje dichter bij mezelf. En dat is nu het onderwerp van dit stuk.
De synergie die ik voel is prettig. Het is een bevestiging die de kracht van gelaagdheid toont; van emoties en van culturen. Het laat zien hoe een wirwar van stukjes onsamenhangend kan lijken, maar dat deze eigenlijk alleen samen een geheel kunnen vormen. Hoe verschillende lagen versterkend werken en ook een eigen unieke esthetiek hebben. Zoals de kleurrijke schoonheid van een lappendeken, een bont onsamenhangend geheel.
In mijn geval gaat het om een wirwar van emoties, gedachten, maar ook van culturen en identiteiten. Het gaat om de uiteindelijke vraag: ‘Wie ben ik en waar hoor ik thuis?’ En het antwoord ligt in het lappendeken: ik ben alle stukjes en ik ben mijn thuis.
Uiteraard geen Doordenker zonder bonus van de week: