Over loslaten
Ik ben slecht in loslaten. In dingen accepteren en laten zijn zoals ze zijn. Accepteren dat ik niet alles kan oplossen, dat ik geen controle heb over externe factoren of anderen. Dat controle slechts schijn is, voor mensen zoals ik, die geloven dat ze heel veel kunnen realiseren, zolang ze maar hard genoeg hun best doen.
Maar ik weet inmiddels ook beter. Dat er verlichting zit in loslaten, in acceptatie. Vergiffenis, vooral naar jezelf, maar soms ook naar de ander. Vergiffenis omdat sommige dingen niet lukken, hoe graag je ze ook wilt of hoe hard je je best ook doet. En dat het helemaal okay is, want hoe cliché het ook is, de lessen en soms ook de vreugd zit vaak in het proberen.
Loslaten dus, ik heb er veel over nagedacht de laatste tijd. Zoals jullie misschien al wel weten, denk ik graag door, over van alles en nog wat, maar vooral ook over situaties. Als over analyseren een Olympische sport zou zijn, ging ik elke 4 jaar gegarandeerd voor goud. Ik kan me dan heel erg kan vastklampen aan hoe het anders had kunnen zijn, en wat mijn rol daar dan in is. Of blijf me vasthouden aan wat was en heb moeite met leven met wat is.
Hierdoor kom ik een soort eindeloze maalmachine terecht, om datgeen wat was volledig te vermalen tot er niks meer overblijft. Terwijl ik inzie dat het veel meer waarde heeft om datgeen te koesteren en een mooi plekje te geven in m’n mentale kast van herinneringen en ervaringen. Die maalmachine is namelijk nergens goed voor, situaties worden kapot getrokken, vermalen tot kruimels en krijgen uiteindelijk een naar smaakje. Daarnaast neemt de machine elke keer ook een stukje van mij mee.
Dat terwijl het leven volgens mij moet gaan om het vullen van die kast, die we vullen met al onze mooie, leerzame, maar ook pijnlijke herinneringen. Onze eigen tentoonstelling, porseleinen kast; of hoe je het ook wilt noemen. Alles wat we meemaken neemt een plekje terwijl het ons vormt, en die collectie is eigenlijk nooit af. De bedoeling van die kast is dat je zo alles een letterlijk plekje kan geven. Af en toe kunt opzoeken, afstoffen en reflecteren.
Sommige items zul je altijd met je meedragen, maar het is te zwaar om alles altijd in je mentale rugzak te dragen. Daar dient de kast ook voor, dat je een plek hebt om je pijn of vreugde op te bergen. Opdat je ruimte maakt om nieuwe dingen te ervaren.
Mijn maalmachine zorgt ervoor dat ik restanten, kruimels of verprutste items in m’n kast plaats. Of dat het items zijn die volledig opgemaakt zijn, net zoals die oude trui of joggingbroek waar je maar geen afscheid van kan nemen. Die trui heeft inmiddels je volledige vorm overgenomen, is je tweede huid geworden, maar functioneert niet meer als trui omdat ie van alle kanten uit elkaar valt. En wanneer iets niet meer functioneert zoals het zou moeten, wat heeft het dan nog voor zin om er aan vast te houden?
Is het comfort? Is het controle? Of is het niet los kunnen laten? Ik denk dat het een combinatie is van alles. Wat mij helpt is wel om te blijven herinneren dat loslaten niet betekent dat je dingen onderwaardeert of niet meer wilt. Het betekent simpelweg dat het niet meer is, omdat het zo had moeten zijn.
Comfort zit dan in het koesteren van wat het was en een ereplekje te geven in je eigen collectie. Want of je het nou wilt of niet, die planken zullen gevuld worden. Aan jou de taak om te leven, de items te verzamelen en weten wanneer ze in de kast opgeborgen moeten worden.
Bonus van de week is uiteraard van Worry Lines: